Oud-KLM’er Ben Liezenberg: “Als KLM’er weet je dat je onderdeel bent van een groter geheel”
KLM bestaat deze week 100 jaar, De Unie feliciteert alle KLM-medewerkers met dit prachtige jubileum. De afgelopen weken gebeurde er veel rondom KLM, en vonden er veel discussies en gesprekken plaats. Nu leggen we de focus op het 100-jarig bestaan. En wij vieren dat natuurlijk graag met jullie mee.
Deze week delen we drie KLM-verhalen van (oud-)collega’s. Ieder met een eigen verhaal en bijzondere herinneringen, maar allemaal even trots op hun werk(gever). Allemaal hebben ze een blauw hart. In deze Voorbijgevlogen: Ben Liezenberg, voormalig Senior Vice President.
‘Ik ben eigenlijk drie keer terechtgekomen bij KLM
‘Ik ben eigenlijk drie keer terechtgekomen bij KLM. De eerste was in mijn studietijd. Ik deed bedrijfseconomie, en zocht in de zomer na mijn propedeusejaar een bijbaantje. Dat was in 1967. Een oude buurjongen wees mij op KLM; die werkte daar al, in de aankomsthal bij de afdeling Lost Luggage. Dat was op het nieuwe Schiphol, toen nét geopend: Schiphol-Centrum. Het oude Schiphol heette vanaf toen Schiphol-Oost. Ik heb er toen zes weken in wisseldienst gewerkt. Het allerleukste? Ik heb er mijn eerste ticket aan overgehouden, een retourtje Londen!
Mijn tweede kennismaking met KLM was in 1969. Ik zat in het voorjaar de Volkskrant te lezen op het terras van Hotel American in Amsterdam, daar woonde ik dichtbij. In een advertentie vroeg KLM om “zomerhofmeesters” voor een periode van ongeveer vier maanden. Het vooruitzicht: al werkend de wereld rond. Dat leek me wel wat, natuurlijk! Na een opleiding heb ik als steward de hele wereld rondgevlogen: onder meer naar New York, Jakarta, Bangkok, Caracas, Montreal en Monrovia. In een DC-9, DC-8 en de verlengde DC-8. Geweldig was dat! Daar heb ik weer tickets mee verdiend, waarmee ik onder meer naar mijn broer ben gevlogen in Suriname. Daarna ook nog naar Aruba en Curaçao. Het heeft me een paar maanden studie gekost, maar dat had ik er graag voor over. Bovendien was ik voor studentenbegrippen superrijk door mijn KLM-salaris – voor m’n gevoel, in ieder geval!
De derde kennismaking met KLM? Die was in 1974, toen ik mijn doctoraal Economie haalde. Ik wilde een post-doctorale studie doen in Accountancy, maar het was gebruikelijk om daarnaast vier dagen te werken. En dat kon bij KLM. Ik heb dus ooit maar één sollicitatiebrief gestuurd. Ik wist dat ik daar wilde werken, en KLM was op zoek naar jonge academici, onder meer met mijn achtergrond. Op 1 september 1974 trad ik voor onbepaalde tijd in dienst bij de Dienst Administratie, afdeling Systemen & Procedures.
Gevarieerde loopbaan
Ik heb een heel mooie en vooral gevarieerde loopbaan gekend bij de KLM. Al na een jaar, in 1975 dus, werd ik samen met een aantal andere jonge, getalenteerde academici uit het bedrijf in een aparte groep direct onder de directie geplaatst. Onder leiding van McKinsey moesten wij het hele bedrijf, en dan met name de staf- of overhead-functies, op hun toegevoegde waarde beoordelen. Een kleine revolutie was dat! Het was een fantastische tijd voor ons: we leerden het hele bedrijf kennen, mensen en organisatie, en het bedrijf kon ons uiteraard goed leren kennen. We kregen overal en tot iedereen toegang.
In die tijd stond KLM er heel slecht voor, financieel en qua functioneren. Er moesten dus een aantal zaken fundamenteel wijzigen. Het voortbestaan van het bedrijf stond behoorlijk ter discussie. Tot die tijd was het bedrijf te veel naar binnen gekeerd. Met nadruk op techniek – vanwege de veiligheid – een te grote invloed van de vliegers en ook te veel dwarsverbanden met het oldboysnetwerk. Hierdoor was de verbinding met een steeds sneller veranderende buitenwereld ver te zoeken, net als de gewenste grotere focus op de “echte”, externe klant.
Dus in al zijn vezels en structuren moest de KLM-organisatie zich aan gaan passen aan de eisen van een nieuwe werkelijkheid. Althans, als je als bedrijf zelfstandig wilde blijven overleven. Eigenlijk zijn al mijn vervolg-posities bij de KLM een voortvloeisel uit die beginperiode. De rode draad is vrijwel altijd gebleven: werken aan verandering van en binnen de organisatie, want alleen als “de noodzaak tot verandering” de constante in het denken is, is de overlevingskans voor het bedrijf het grootst. Tot aan mijn pensionering heb ik tegen die achtergrond mogen blijven werken.
Bedrijfsevolutie bij KLM
De ontwikkelingen of veranderingen van de laatste jaren zijn zeker belangrijk en groot, maar minder als je het als bedrijfsevolutie ziet. De KLM was, en is nog steeds, een krachtig en prachtig bedrijf. Toonaangevend zelfs op veel gebieden; technisch hoogstaand, commercieel inventief, financieel krachtig en sociaal vooruitstrevend. Voor een klein land een ongelooflijk groot netwerk rond de wereld, met heel veel verbindingen. Schiphol als thuishaven hoort als een van de beste en grootste luchthavens ter wereld bij KLM. Die twee stimuleren elkaar in hoge mate. Samenwerking met andere airlines heeft van oudsher een grote rol gespeeld bij de KLM om uiteenlopende redenen: luchtvaartpolitiek, technisch en financieel. Dat de KLM nu als sterke partner in een grotere luchtvaartgroep opereert, past helemaal in de historie, en dus de evolutie van het bedrijf.
De arbeidsvoorwaarden bij de KLM zijn gemiddeld hoogwaardig. Dat waren ze, en zijn ze ongetwijfeld nog steeds. De KLM kent heel veel gespecialiseerde groeperingen personeel, die veelal ook specifieke arbeidsvoorwaarden kennen. Al die verschillende voorwaarden moeten met regelmaat tegen het licht worden gehouden, met oog op het belang van een ander. Dat is een hele kunst. De arbeidsorganisatie van de KLM is enerzijds complex, maar anderzijds weet iedere groepering van elkaar dat een vliegtuig alleen maar kan vliegen als ieder radertje in de interne organisatie goed functioneert. Iedereen is zich daar goed van bewust, dus samenwerking onder gelijktijdige erkenning van een grote verscheidenheid is van essentieel belang in de arbeidsverhoudingen. Iedereen is even sterk óf zwak!
Als KLM’er weet je dat je onderdeel bent van een groter geheel. Niemand kan zonder de ander.
Als KLM’er weet je dat je onderdeel bent van een groter geheel. Niemand kan zonder de ander. Iedereen weet dat de klant kan kiezen tussen verschillende airlines, ook om uiteenlopende redenen. KLM is uniek, en tegelijkertijd heel gewoon. Dus om de klant aan je te binden, en het liefst permanent, zul je altijd “die beste” organisatie moeten proberen te zijn. Omdat iedereen die missie begrijpt, is het ook zo leuk om onderdeel te zijn van die “blauwe familie”. Een kleur overigens die je over de hele wereld herkent. Ook uniek dus!
De KLM is intrinsiek krachtig, ik denk dat Air France dat onderhand ook wel weet. Ik ben ervan overtuigd dat KLM, met name als merk, nog heel lang overeind zal blijven. Qua organisatie of financieel-organisatorische entiteit moet je overigens nuchter zijn en blijven. Waar mogelijk moet je samenwerken, synergie zoeken, maar wel tegen een achtergrond dat je er samen beter van moet worden. Samenwerken is iets anders dan overheersen!